Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [13]De koning nu van Egypte toog voortaan niet meer uit zijn land; want de koning van Babel had, van de [14]rivier van Egypte af tot aan de rivier [15]Frath, ingenomen al wat van den koning van Egypte was. 13. Dit verhaal is om aan te wijzen dat de koning van Juda uit Egypte geen hulp tegen den koning van Babel had te verwachten. Wel is waar, dat hij ten tijde van Zedekia poogde wat te doen, maar tevergeefs, zijnde door de Chaldeen gestuit; Jer.37:6,7. 14. Genaamd Sichot. Zie Joz.13:3. 15. Anders, Eufraat. Zie Gen.2:14.